Skip to main content
In de kijkerSpecial StoriesYoungtimers

WALTER RÖHRL EN DE ONBEMINDE PORSCHE

By 13 juli 2021No Comments

IN 1981 ZOU WERELDKAMPIOEN WALTER RÖHRL BIJ MERCEDES AAN DE SLAG GAAN. TOEN DAT FEEST NIET DOORGING, WISSELDE HIJ VOOR PORSCHE, WAAR DE 924 CARRERA GTS STOND TE WACHTEN. 40 JAAR LATER WORDEN DE TWEE HERENIGD.

Eind 1980 lokt Mercedes kersvers wereldkampioen rally Walter Röhrl met een 5-jarig contract naar Stuttgart. “In 1980 had ik het Mercedes-team onder leiding van Erich Waxenberger aan het werk gezien en ik was onder de indruk van het potentieel van de auto. Alleen schortte er nog wat aan de voorbereiding en waren het vooral kleine problemen die betere resultaten in de weg stonden”, herinnert de intussen 74-jarige Röhrl zich.

Dit was het plan. In 1981 zou Röhrl met een lichtere 500 SL met handgeschakelde versnellingsbak het wereldkampioenschap rijden om dan in 1983 met een speciaal voor de discipline ontwikkelde, op en top gewapende auto voor de titel te gaan. Die vierwielaangedreven superauto is er nooit gekomen. Erger, niet overtuigd van het potentieel van de W107 besloot Mercedes nog voor de start van de rally van Monet Carlo de handdoek in de ring te gooien. Röhrl en zijn bijrijder Christian Geistdörfer stonden op straat.

Gelukkig vond de regerende wereldkampioen aan de andere kant van Stuttgart een stuur. In Zuffenhausen werd Röhrl met open armen ontvangen en Porsche zette een beperkt, maar interessant programma op. Een deel daarvan was het Duits rallykampioenschap met de gloednieuwe Porsche 924 Carrera GTS.

De basis van de rallyauto, de 924 Carrera GTS, was in 1981 met een prijs van 110.000 mark de duurste auto uit het Porsche-gamma. Met de 924 Carrera wilde Porsche bewijzen dat het transaxle-concept ook in de autosport succesvol kon zijn. De 924 Turbo (Type 931) vormde de basis voor de 210 pk sterke Carrera GT (Type 937), die in juni 1980 werd gepresenteerd en gehomologeerd voor Groep 4. De 924 Carrera GTS (Type 939) ging nog een stap verder. Die  leverde standaard 240 pk en de Clubsport-variant zelfs 275 pk. DE sportiefste van de familie, de GTR die uitsluitend voor gebruik op het circuit was ontworpen, pakte uit met 375 pk.

De productieaantallen bleven klein: tussen februari en april werden 50 linksgestuurde 924 Carrera GTS gebouwd, allemaal gespoten in de kleur Guards Red. Met inbegrip van alle prototypes, werden in totaal 59 auto’s geproduceerd.

De op 12 december 1980 gebouwde 924 Carrera GTS Rally was de vijfde van negen gebouwde prototypes. De tweeliter viercilinder turbomotor was ook een testexemplaar:  een motor zonder serienummer, die in 1981 een volledig rallyseizoen zonder schade overleefde. Sterker nog, de  motor die vandaag 10.371 kilometer op de teller heeft staan, zit nog steeds in de zwart-gouden 924.

Bij de restauratie stond de volledige originaliteit tot in het kleinste detail centraal, evenals het behoud van het patina van de auto. Zelfs de licht door de zon verbleekte rode gordelriemen onder de grote glazen koepel zijn de originele. Met als bewijs de geborduurde initialen van  Röhrl en Christian Geistdörfer.

Afgezien van enkele versleten onderdelen, een aantal chassisonderdelen en het brandstoftoevoersysteem werden de bestaande componenten  gereviseerd en opnieuw gemonteerd – van de originele 911 Turbo remklauwen tot en met de laadluchtkoeler met handgelaste behuizing. Een endoscopisch onderzoek van de motor en de KKK 26 turbocompressor bracht geen noemenswaardige problemen aan het licht, terwijl de versnellingsbak om veiligheidsredenen werd gedemonteerd en gecontroleerd, maar nauwelijks tekenen van slijtage vertoonde. Bovendien had de werkplaats van het Porsche Museum nog een racekoppeling in voorraad en bij Pirelli lag nog een set banden in de maat 255/55 R15 met het profiel uit die tijd in de rekken.

“Het nieuw gevormde Porsche-team startte het seizoen met beperkte ambities. Aankomen zou al een prestatie op zich zijn. Maar ook al hadden we maar 250 pk, de auto was meteen snel. Later werd de motor krachtiger, maar de sterkte van de 924 Carrera GTS was zijn weggedrag en zijn motriciteit. En niet te vergeten, zijn betrouwbaarheid.”

“Waar ik het meest moest aan wennen, was de turbomotor. Tot dan had ik alleen maar met atmosferische motoren gereden, die als het ware aan het gaspedaal hingen. Gek werd ik van dat turbogat! Dat was zodanig groot, dat ik net voor het ingaan van de bocht al op het gas moest gaan om de motor in de hoge toeren te houden.”

In 1982 stond de Porsche 924 Carrera GTS aan de start van de Boucles de Spa met aan boord Jacky Ickx en zijn gelegenheidsco John Goossens, die reed onder het pseudoniem Igrec. Zij haalden de eindmeet niet.
De Mercedes 500 SL waarmee Röhrl en Ari Vatanen in 1981 aan de slag zouden gaan. Röhrl werd gevraagd om het potentieel van de auto in te schatten en een pronostiek voor Monte Carlo te maken. Hij zag zich ergens in de Top 5 eindigen, wat in de directiekamer van Mercedes niet in goede aarde viel. Daar zag men niet hoe men bij dealers en klanten moest gaan uitleggen dat het Grote-Merk-Met-De-Ster werd geklopt door auto’s als een Fiat 131 Abarth of een Opel Ascona 400. Bovendien was de rally van Monte Carlo de maidentrip van de auto die de rallysport voorgoed zou veranderen: de Audi Quattro.