
MAZDA CX-80 PHEV
De CX-80 is de grootste Mazda die je vandaag kan kopen. En de enige met zes of zeven zitplaatsen. Maar moet je daar 25 centimeter extra voor meesleuren?
EERSTE INDRUK
Groot! De Mazda CX-80 is precies 25 centimeter langer dan de CX-60, een resultaat dat te danken is aan het rekken van de wielbasis. Qua lengte flirt de CX-80 met de 5-metergrens, wat zijn voor- en zijn nadelen heeft.
Het grote voordeel is zijn gigantische binnenruimte, waarin tot zeven mensen hun draai kunnen vinden. Of zes wanneer je voor de optie captain chairs kiest. Een keuze die je helemaal niets kost. Alleen voor de armsteun tussen beide kapiteinsstoelen moet je € 850 extra betalen.
Het nadeel is dat een parkeerplek het equivalent van een naald in een hooiberg kan worden. Zeker wanneer anderen geen rekening houden met de markeringen op de grond, voor zover die er zijn tenminste. En mocht je de CX-60 die net onder de garagepoort door kan willen vervangen door een CX-80, weet dan dat die 2,4 centimeter hoger is.
Voor het overige is het zoeken naar de spreekwoordelijke zeven verschillen tussen de CX-60 en de CX-80. Daarom deze hints. De CX-80 heeft geïntegreerde dakrails, een bredere verchroomde strip rond de achterste dakstijlen en onder de achterbumper weggemoffelde uitlaten. Verschillen die ook na de update van de CX-60, die er eerstdaags aan komt, overeind blijven. En de flanken lijken iets minder te golven. Tenslotte zijn de achterdeuren langer en zwaaien ze in een grotere hoek open om het instappen te vergemakkelijken. Tenzij je in een parkeergarage tussen twee auto’s staat geperst.
Ook in de CX-80 is het van ken ik jou ergens van. Daar ben ik blij om. En nog blijer omdat het hier om de Takumi Plus-uitvoering gaat, een ode aan het Japanse vakmanschap. Een combinatie van esdoorn, chroom en wit nappa-leer die zorgt voor rust aan boord. Een stijlvolle werkplaats die ook ergonomisch in orde is. Mazda kiest nog steeds voor een arsenaal fysieke bedieningsknoppen. Hopeloos ouderwets voor de ene, maar bijzonder praktisch voor de andere. Waarbij je mij bij de tweede categorie mag indelen.
De Takumi-uitvoering is een ode aan het Japanse vakmanschap. Een combinatie van esdoorn, chroom en wit nappa-leer die zorgt voor rust aan boord.


ONDERWEG
Zo groot is hij nu ook weer niet! Of beter, zo groot voelt hij niet aan. Want als je van achter het stuur over de lange motorkap kijkt, vraag je je toch af waar dat gaat eindigen. En dan heb je nog niet in de achteruitkijkspiegel gekeken. Toch had ik onderweg nooit het gevoel dat ik met zo’n kanjer van een auto onderweg was. Behalve wanneer ik moest parkeren, maar in deze discipline maker camera’s en sensoren millimeterwerk mogelijk. Wat geen overbodige luxe is. Maar mijn opmerking over het rijgevoel mag best als een gigantisch compliment worden beschouwd.
Bij de ontwikkeling van de Mazda CX-80 is er hard aan de achterophanging gewerkt.
Bij zijn lancering werd de CX-60 aan de oren getrokken vanwege een te harde ophanging. Je moest met enige zin voor overdrijving maar één keer over een muntstuk rijden om te weten of de kop- of muntzijde naar boven lag. Waarbij vooral de vering achteraan het moest ontgelden. Met de voor Mazda heilige Jinba Ittai-gedachte in het achterhoofd, was de keuze voor die strakkere ophanging gerechtvaardigd. Rees alleen de vraag of de koper van een CX-60 vanop zijn troon niet liever comfortabeler rechtdoor reed, dan scherp door de bochten sneed. Blijkbaar wel, want bij de ontwikkeling van de CX-80 is er vooral hard aan de achterophanging gewerkt. De stabilisator werd verwijderd en verder werden langere en minder harde veren gemonteerd en werden de subframe-bussen aangepast. Wijzigingen die ook hun weg naar de opgefriste CX-60 zullen vinden.

Dat het accent op comfort is gelegd, wil niet zeggen dat de eenheid tussen ruiter en paard in het gedrang komt. De Mazda CX-80 rijdt prettig en laat zich niet snel van de wijs brengen door enkele bochten. Ondanks de toch ingrijpende veranderingen aan de ophanging, blijven de rolbewegingen van het koetswerk binnen de perken. Voor een SUV van dit formaat gedraagt hij zich best wel elegant. Probleemloos, maar zeker niet steriel, zoals het bij giganten als deze al wel eens het geval durft te zijn. Met dank aan de uitstekende elektrische stuurbekrachtiging. Het bewijs dat het stuur niet artificieel zwaarder moet gaan aanvoelen om een ‘sportief’ gevoel te krijgen. Deze kanjer stuur je bij wijze van spreken met het stuur tussen duimen en wijsvingers.


Ik had nooit durven denken dat deze woorden aan mijn klavier zouden ontspruiten, maar als ik voor deze CX-80 een motor moet kiezen, dan wordt het de diesel, de 3,3 liter grote zescilinder, die ik eerder in de CX-60 reed. Qua rijplezier overtreft de diesel de plug-in hybride. Fiscaal is het natuurlijk een ander verhaal, maar bekijk het zo. Met wat je afdraagt voor de diesel verdien je minstens een dankwoord voor bewezen diensten in de supernota van de formateur.
Niet dat de plug-in hybride te kort schiet, maar er is beter op de markt. Tijdens rustige ritten is er geen vuiltje aan de lucht, maar er zijn momenten waarop de aandrijfgroep al eens durft te twijfelen. Kleine haperingen tussen het vertragen en versnellen die de sereniteit aan boord niet echt ten goede komen.
Over de prestaties valt niet te klagen. De combinatie van de 2,5-liter viercilinder en de elektromotor is goed voor een systeemvermogen van 327 pk en een koppel van 500 Nm. Voldoende om in 6,8 seconden van 0 naar 100 te snellen en meer dan voldoende om vlot in het verkeer mee te kunnen.
De combinatie laat ook toe om uitsluitend op de elektromotor te rijden. Met zijn 17,8 kWh grote batterij moet hij volgens Mazda op stroom 60 kilometer ver geraken. Ik kwam niet verder dan 48 kilometer, wat vergeleken met sommige concurrenten die tot 100 kilometer halen, een beetje achterhaald is.

De Mazda CX-80 rijdt prettig en laat zich niet snel van de wijs brengen door enkele bochten. Voor een SUV van dit formaat gedraagt hij zich best wel elegant. Probleemloos, maar zeker niet steriel, zoals het bij giganten als deze al wel eens het geval durft te zijn.
DE AFREKENING
De momenten waarop we met het hele gezin in één auto onderweg zijn, worden schaarser. Maar wanneer we samen op pad zijn, is de extra binnenruimte van de CX-80 meer dan welkom. Vooral in de configuratie met de captain seats is het op alle rijen feest. Ook helemaal achterin, want een plek op de derde rij zit beter dan de vijfde zitplaats in het midden van de achterbank. Tenminste, dat heb ik van horen zeggen. Zelf ben ik niet verder dan één van de kapiteinsstoelen op de tweede rij geraakt. Mijn op één na favoriete plaats in deze grote SUV.
Het liefst zit ik achter het stuur, want ondanks het formaat moet je in de Mazda CX-80 nauwelijks toegevingen doen wat betreft het rijplezier. Wat ook het comfort ten goede komt. Ja, hardnekkige oneffenheden voel je net iets harder dan in sommige concurrenten. Maar voor een auto met een klassieke ophanging doet de CX-80 het uitstekend. Dus ja, ik wil de grootste hebben!
In afwachting van de opgefriste CX-60 is de CX-80 de betere van de twee. Maar, wat volstrekt normaal is, ook de duurdere. Toch is het even schrikken dat de goedkoopste uitvoering van de CX-80 exact € 9.000meer kost dan de goedkoopste CX-60. Dat komt neer op € 360 per centimeter!
Dat vraagt om een woordje uitleg. De goedkoopste CX-60 is volgens de configurator de Prime Line met de 200 pk sterke dieselmotor. De goedkoopste CX-80 is de beter uitgeruste Exclusive Line met de diesel van 254 pk. In dezelfde versie en met dezelfde motor kost de CX-60 € 56.490. De testwagen, de PHEV in Takumi Plus-uitvoering kost € 71.340. Dat is iets meer dan de dieselversie.
Daartegenover staat dat de PHEV fiscaal aantrekkelijker is. En, wanneer je de discipline en vooral de mogelijkheid hebt om de batterij steeds op te laden, bijzonder weinig benzine verbruikt.


