Skip to main content
In de kijkerSpecial Stories

TOY STORIES (4) : Peugeot 204

By 24 oktober 2019No Comments

De collectie “à la recherche d’une jeunesse perdue” is zonet aangevuld met deze Peugeot 204 van Dinky Toys France. Een bijzonder autootje, niet alleen omdat het ooit deel uitmaakte van mijn grote verzameling miniatuurauto’s, maar ook omdat het mijn tweede echte auto was. En, bij het nader onderzoek van het modelletje, vond ik iets zeer interessant.

Op 22 april 1965 stelde Peugeot de 204 voor als zijn eerste auto met voorwielaandrijving. Naar analogie wat Mini had voorgedaan, werd de motor een kwartslag gedraaid en dwars tussen de voorwielen gelegd. Met als resultaat een gigantische binnenruimte op een klein oppervlak, wat van de 204 een populaire gezinswagen maakte.

De carrosserie was van de hand van Pininfarina, wat de haast vrouwelijks elegantie verklaart. Wat me eraan herinnert dat ik destijds wel eens werd uitgelachen met mijn bomma-auto. Vooral het feit dat er werd geschakeld via een hendel aan het stuur, werkte op de lachspieren.

Maar hey, dit was het soort auto dat je in het begin van de jaren ’80 voor iets meer dan omgerekend 125 euro in een behoorlijke staat kon kopen. Die lachers keken wel lelijk op hun neus, wanneer ze op bochtige wegen die blauwe Peugeot niet uit hun achteruitkijkspiegel kregen. De Peugeot 204 was een lichte auto. Geen sprinter, maar eens op snelheid was hij gemakkelijk op snelheid te houden. Met zijn rondom onafhankelijke wielophanging en zijn, wat typisch was voor Franse auto’s, lange veerweg konden ze het koetswerk vreemde bewegingen zien maken, zonder dat de wielen van de grond kwamen. Franse auto’s werden toen gemaakt om pokdalige ‘departementales’ te verteren.

Bij mooi weer wilde wel iedereen in de Peugeot meerijden. In mijn vriendenkring was het de enige auto met een metalen schuifdak. Dat moest wel met de grootste omzichtigheid open en dicht worden geschoven, anders kregen we een lading roestbruine metaalvlokken over onze hoofden. Maar de romantiek van nachtelijke ritten onder de sterrenhemel, ook al is het via de patrijspoort, werkt. Wat me eraan doet denken dat geen hinderlijke pook op de vloer ook zijn voordelen heeft.

Uiteindelijk heeft de 204 me verlaten nadat hij, verteerd door roest, finaal door zijn achtervering zakte. Gelukkig stond toen al een Mini klaar, mijn derde en laatste 125 euro-auto.

Vandaag heb ik de Dinky Toys-versie in de vitrine bijgezet. Een mooi schaalmodel met een openende motorkap en sturende wielen. Wanneer je rechts op het autootje drukt, draaien de voorwielen naar rechts. En omgekeerd. Wanneer je dit rijdend doet, helemaal tegen de regels van de middelpuntvliedende kracht in. Behalve wanneer het tegensturen zou betreffen. Dit is dus hoe kinderen uit de jaren ’60 leerden dat ‘opposite lock’ dé manier was om met de auto te rijden.