Skip to main content
In de kijkerInterviews

50 JAAR WK RALLY : Monte Carlo 1973, Jean Claude Andruet vertelt …

By 3 februari 2023No Comments

“IK DEED ER ALLES AAN OM DE RALLY TE VERLIEZEN”, VAT JEAN-CLAUDE ANDRUET DE RALLY VAN MONTE CARLO 1973 SAMEN. EN TOCH WON HIJ DE EERSTE RALLY DIE MEETELDE VOOR HET WERELDKAMPIOENSCHAP VOOR CONSTRUCTEURS.

Jean-Claude Andruet debuteerde in 1965 in de rallysport nadat een hardnekkige schouderblessure de voormalige Franse judokampioen had gedwongen de kimono aan de haak te hangen. “Er was wel een sluimerende passie voor autorijden, maar de beslissing viel pas nadat ik op televisie een reportage zag over mijn idool Henri Oreiller, die na een succesvolle skicarrière (drie medailles op de Olympische Spelen van 1948 in Sankt Moritz, red.) de overstap naar de autosport had gemaakt.”

De nieuwbakken rallyrijder kocht een Renault 8 Gordini en startte samen met een zakenrelatie zijn nieuwe carrière. In 1967 werd hij opgenomen in het fabrieksteam van Alpine en in 1968 stond hij al op het punt de Rally van Monte Carlo te winnen. “Er bestond nog geen systeem van prioritaire piloten  en dus hadden we een hoog startnummer gekregen.  Tijdens de langste klassementsproef haalde ik een twaalfde deelnemer in, ik was dus twaalf minuten sneller dan hij, toen het mis ging. Terwijl ik langs rechts inhaalde, zakte mijn auto in een door de sneeuw onzichtbaar gemaakte greppel. Ik schoof zo’n 130 meter verder, vooraleer de auto zich volledig had ingegraven. De Alpine was intact, maar we stonden wel geblokkeerd. Nadien is men begonnen met nummers toe te kennen op basis van het palmares.”

Boven links: Jean-Claude Andruet naast de Alpine A110 waarmee hij de veertigste verjaardag van zijn historische overwinning vierde.
Links: Het team van 2013. Leuk detail, omdat Cibié niet met geld over de brug kwam, werd de naam op de sticker vervangen door Merci. (foto’s © David Noels)

De snelste wint

In 1973 staan vijf fabrieks-Alpines aan de start van de rally van Monte Carlo en nog steeds gaat teambaas Jacques Cheinisse er vanuit dat de snelste moet winnen. En dat jaar was Andruet de snelste. “Maar ook nu weer deed ik er alles aan om de rally te verliezen”, lacht de rallyrijder vandaag. “Op Burzet draai ik in danteske omstandigheden de snelste tijd, met daarna een lastige verbindingsrit naar Moulinon. Daar komt een journalist van Sport Auto me opzoeken met de vraag wat er op Burzet allemaal is gebeurd. Ik interpreteer zijn opmerking volledig verkeerd, begin me op te jagen en ga nog sneller rijden. Op de ondergesneeuwde klassementsproef van Saint-Bonnet-le-Froid neem ik alle mogelijke risico’s, tot ik twee kilometer voor de finish iets te laat rem en de auto met één wiel in de gracht geblokkeerd raakt. Gelukkig stonden iets verderop enkele jongeren, maar voor die taillediep door de sneeuw wadend bij ons raakten, leek een eeuwigheid voorbij te gaan. Toen we uiteindelijk vlotgetrokken werden, hadden we enkele minuten verloren. Gelukkig hervinden we zeer snel het goede ritme en komen als eersten in Monte Carlo aan. We bereiden ons optimaal voor op de laatste nacht en de strijd met ploegmaat Ove Andersson.”

De Alpine A110 domineerde in 1973 de Rally van Monte Carlo. Het hele podium werd ingenomen door de blauwe bolides uit Dieppe. Ter gelegenheid van deze memorabele prestatie werd deze poster (foto links) verspreid.

Jour de Gloire

“De eerste proef gaat via smalle met kiezel en keien bezaaide wegen over de Col de la Madone. Het lijkt alsof alles vierkant draait. Ik ben als het ware verlamd door de druk, niets lukt. Andersson zet de snelste tijd op de klokken. Een tweede klap krijg ik bij de tweede passage over de Col de Turini. Vanaf de start voel ik dat de rechter achterband lek staat. Hoe dat kon, is me nog steeds een raadsel. Tussen de service en de start lag nauwelijks honderd meter. Had iemand de band lek gezet? In mijn hoofd gaat het razendsnel. Stop ik en vervang ik met de hulp van het publiek snel de band? Ik twijfel en rijd door. Wanneer verderop de weg smaller wordt en er nog nauwelijks toeschouwers staan, kunnen we niet meer wisselen. De auto zelf opkrikken zou ons te veel tijd doen verliezen. Dus besluit ik verder te gaan en waar het kan ondanks de lekke band zo snel mogelijk te gaan. De gok dreigt totaal fout te lopen, wanneer in de afdaling de band van de velg loopt en de carrosserie en de versnellingsbak beschadigt. Het verdict bij de aankomst is keihard. We staan 1’05” achter op Andersson. Ik ben totaal gedemoraliseerd. Wanneer een journalist van Radio Monte Carlo de microfoon in de auto duwt, schreeuw ik uit dat ik in deze rally vervloekt ben. Gelukkig weet ‘Biche’ me weer op te peppen. In Saint-Sauveur pak ik 45 seconden terug op Andersson. Op de Col de Turini ben ik 34 seconden sneller, waardoor ik met 14 seconden voorsprong aan de laatste proef over de Col de la Madone, de proef waar eerder niets lukte, begin. Andersson vliegt en verpulvert het record. Dan is het aan mij. Ik ben zeldzaam geconcentreerd en haal alles uit de auto.” Wat zijn bijrijdster bevestigt : “Het leek er op dat het geluk ons in de steek had gelaten, maar we pakten het terug. Ik denk zelfs dat op de Col de la Madone Onze-Lieve-Vrouw zelve ons een hand boven het hoofd heeft gehouden. Zo snel had ik Jean-Claude nog nooit zien rijden.”

Bij de aankomst volgt de bevestiging: Andruet is 12 seconden sneller dan Anderssonen en wint de rally met 26 seconden voorsprong. “De ontlading was enorm. ‘Biche’ en ik vielen in de auto in elkaars armen. Ik had eindelijk de rally van Monte Carlo gewonnen! En of het me gegund was. Wanneer we in de perszaal binnenkwamen, brak spontaan een minutenlang applaus uit.”

Jean-Claude Andruet tijdens de Rally van Monte Carlo in 1971. Hij eindigde toen vierde.

Externe prikkels

De zege is voor de Fransman ook een overwinning op zichzelf. “Ik ben zeer gevoelig voor prikkels van buitenaf en laat me snel van de wijs brengen, zelfs door foute informatie. Maar op die momenten ben ik ook in staat mezelf te overtreffen. Laat het ons er op houden dat het zowel een zwakte als een sterkte is”, besluit hij. “Er was een groot verschil tussen de Jean-Claude Andruet buiten de auto en in de auto. Eens terug in de ‘beschermde cocon’ kon hij de dingen vlug van zich afzetten om zich te concentreren op het rijden”, bevestigt Christian Delferier, die in 1977 met de Fransman de rally van San Remo won in een Fiat 131 Abarth.

Jean-Claude Andruet: “De ontlading was enorm. ‘Biche’ en ik vielen in de auto in elkaars armen. Ik had eindelijk de rally van Monte Carlo gewonnen! En of het me gegund was. Wanneer we in de perszaal binnenkwamen, brak spontaan een minutenlang applaus uit.” (foto © David Noels)