— by Iwan Kneuts
In 1987, jaar 1 na het Groep B-geweld, stonden maar liefst vijf Belgische teams aan de start van de Bohemia Rally, die toen nog in Tsjechoslowakije werd gereden. Start en aankomst lagen in Mlada Boleslav, de thuisbasis van Skoda. Wat meteen verklaart waarom de Skoda’s de deelnemerslijst domineerden.
Ook aan de start stonden vijf Belgische teams : Bernard Munster en Patrick Verheyden met een Audi 90 Coupé Quattro (Groep A), Vital Budo en André Malais met een Renault 11 Turbo (Groep A), Grégoire de Mévius en Marc Delmelle met een Mazda 323 Formula 4 (Groep N), Dirk Vermeersch en Danny De Canck met een Volvo 242 Turbo (Groep A) en Michel Vandergeeten en Frans Bogemans met een Toyota Corolla Coupé 16V (Groep N).
Ik was samen met fotograaf Luc Dewil naar Mlada Boleslav gereisd om deze twee laatste teams te volgen. Het IJzeren Gordijn was in die tijd nog dicht, wat leidde tot lange wachttijden en strenge controles aan de grens. Hoewel, wat dat eerste betreft, viel het tijdens de heenreis nog reuze mee. Enkele standaardvragen, een blik vol misprijzen op de auto, een Citroën BX GTI, en een stempel op het visum. Een stempel die belangrijker was, dan dan we op dat moment dachten. Zo zou tijdens de terugreis blijken.
— by Iwan Kneuts
Voor Dirk Vermeersch was het zijn eerste en enige rally met de Volvo 242 Turbo, die hij van Berndt-Inge Steffansson had gehuurd. De Zweed die in deze periode een graag en veel geziene gast was in het Belgisch Rally-kampioenschap en het in 1986 zelfs tot Belgisch kampioen in Groep A schopte. Michel Vandergeeten reed in zijn vertrouwde Toyota Corolla 16V. Voor Vermeersch was de Volvo de krachtigste auto waarmee hij tot dan rally’s had gereden. Voor de start noteerde ik de volgende uitspraak: “Vermeersch wilde pk’s, wel hij heeft pk’s. Maar ik weet niet of ik er op dit moment zo gelukkig mee ben.”
Om een lang rally-verhaal kort te houden: Munster-Verheyden eindigden op een knappe derde plaats, Vermeersch-De Canck werden zevende en Vandergeeten-Bogemans negentiende. Budo-Malais en de Mévius-Delmelle hadden opgegeven. Maar toen moest mijn verhaal nog beginnen.
— by Iwan Kneuts
Omdat Michel Vandergeeten tijdens de training de motor van zijn Peugeot 505 had stukgereden, moest die auto op de aanhangwagen teruggebracht worden. En met alle logistieke problemen die dat met zich meebracht, werd een plaats gezocht voor Frans Bogemans. Die kon uiteindelijk met ons mee in de Citroën. Hij moest alleen zeer vroeg opstaan, want ik zou die zondagavond nog naar Snetterton vertrekken voor een reportage rond Formule Ford-rijder Patrick Dewulf en Van Diemen.
Het moet ongeveer zes uur zijn geweest, wanneer we de grens bereikten. Waar we werden verwelkomd door een tot de tanden bewapende militair. Waar we vandaan kwamen? Rally! Souvenirs? Daarop waren we voorbereid en overlaadden de brave man met hoedjes en stickers. De slagboom zwaaide breed open. Zo dachten we, tot we even verderop werden gesommeerd om de auto onder het felle licht te parkeren. Waar we vandaan kwamen? Rally! Souvenirs? Ja, we hadden er nog over.
Alles leek goed te gaan, tot een kleine man in een te groot uniform naar onze papieren vroeg. De zorgelijke blik van zijn collega’s beloofde weinig goeds. “Waar is de Peugeot”, vroeg hij in perfect Duits. Wat bleek? Vandergeeten en Bogemans waren met de 505 het land binnengereden en omdat Bogemans op dat moment aan het stuur zat, was de auto op zijn visum ingeschreven. Dus moest hij bewijzen dat hij de auto niet stiekem had verkocht, zoniet mocht hij het land niet uit.
Probleem, want de auto stond enkele honderden kilometers verder. De oplossing die de ijverige dienstklopper voorstelde, was dat we terugreden naar Mlada Boleslav, dat we de nodige stempels gingen halen en vervolgens zouden terugkeren. En dat we ons vooral niet moesten haasten, want zondag werd er niet gewerkt. Dat was een serieuze streep door mijn rekening, dus probeer ik in het Duits de man om te praten. Helaas, plots was al zijn kennis van de taal van Goethe verdwenen.
— by Iwan Kneuts
Tot ik me herinnerde dat ik tijdens de rally een visitekaartje had gekregen van een lokale zakenpartner van Michel Vandergeeten. “Als je iets nodig hebt, of problemen hebt, bel me maar”, had die gezegd. Goed om te weten natuurlijk, maar wanneer de telefoon niet werkt en de beambte halsstarrig weigert om de telefoon op zijn bureau, die wonderwel wél werkte, te laten gebruiken, dan mag je relaties hebben zoveel je wil.
Plots stapt een boomlange kerel met meer sterren op zijn schouders dan het hardnekkige eikeltje het kantoor binnen. Nog voor die één woord kan zeggen, klamp ik de man aan, doe mijn verhaal en vraag hem of ik mag telefoneren. Wanneer hij de naam op het kaartje leest, knikt hij goedkeurend. En begint een lang gesprek met zijn collega.
Omdat ik er toch niets van begrijp, loop ik opnieuw naar buiten. Daar ben ik getuige van de acteurskwaliteiten van Frans Bogemans. Die staat te keer te gaan tegen de soldaten: “Ik kom hier mijn leven riskeren om jullie spektakel te bezorgen, en dat is dan mijn dank. Als het zo zit, sluit mij dan maar op.” Waarop hij zijn polsen aanbiedt. Blijkbaar schrikken de militairen, die absoluut de kwaadsten niet waren, zo van zijn vertoning, dat ze zich beginnen te verontschuldigen. Van hen mogen we door, maar ja, die ene douanier.
Vanaf dan gaat alles snel. De sterrendrager die op het tumult afkomt, de militairen die met hem beginnen te praten en het veel te grote uniform dat even later komt kijken wat er aan de hand is. Dat wordt meteen door de militairen omsingeld en na een hevige discussie, waarbij het mannetje steeds kleiner en het uniform steeds groter lijkt te worden, wringt het zich los uit de omsingeling, stapt op ons toe en geeft onze visa terug. De slagboom mag na twee uur eindelijk open. Waarop het lijkt alsof de militairen opgeluchter zijn dan wij. “Ik heb hen eens goed mijn gedacht gezegd”, gromde Frans wanneer de grensovergang goed en wel uit de achteruitkijkspiegel verdwenen is.
— by Iwan Kneuts
Het model van de 242 Turbo in LU-versie is een (bijna) uniek exemplaar. Basis is een kit van Jemmpy, die werd gebouwd en getransformeerd door Guido Devreker.