— by Alpine
Het scheelde geen haar of de Alpine A110 was verkozen tot Europese Auto van het Jaar. Dat een sportwagen nipt de duimen moest leggen voor de ‘futuristische’ Jaguar i-Pace zegt veel over de indruk die de opvolger van de legendarische Berlinette op de jury maakte. En ik zal het maar meteen verklappen, ook bij Masta heeft de Alpine A110 een onuitwisbaar spoor achtergelaten.
by Alpine
by Alpine
by Alpine
Wat je moet weten:
- Alpine verdween in 1995 van de markt. Het duurde met andere 22 jaar voor het Franse sportwagenmerk terugkeerde. De laatste zes jaar voor de langverwachte retour stonden volledig in het teken van de ‘nieuwe’.
- Tijdens de ontwikkeling van de nieuwe A110 waakte een ’task force’ met onder andere Charles Rédélé (de zoon van) en oud-rallyrijder Bernard Darniche over de raszuiverheid van de ‘nieuwe’.
- Geheel naar de geest van wat Jean Rédélé beoogde, moest de nieuwe A110 een lichte auto worden. De amper 700 kilogram van de stamvader was hoogstens een symbolische referentie, want met alle veiligheids- en comfort-items die op een moderne auto horen, is 1.000 kilogram al bijzonder ambitieus. Bovendien moest de Alpine betaalbaar blijven, waardoor dure carbononderdelen geen optie waren.
- Overal is op gewicht beknibbeld. De bij Sabelt in Italië gemaakte stoelen wegen elk 13 kilogram en zijn omwille van het gewicht uitsluitend manueel verstelbaar. Het integreren van de werking van de handrem in de achterremmen, bespaarde acht kilogram aan kabels. En de gesmede aluminiumvelgen van Fuchs besparen op een mooie manier gewicht. Alle kleine beetjes hielpen om het gewicht ronde de 1.100 kilogram te houden.
- De Alpine A110 deelt de motor met de Mégane R.S. De 1.798 cc grote viercilinder met turbo levert 252 pk bij 6.000 o/min en 320 Nm tussen 2.000 en 5.500 o/min. Voldoende voor een top van 250 km/u en een acceleratie van 0 naar 100 km/u in 4,5 seconden. Het normverbruik bedraagt 6,1 l/100 km, wat overeenkomt met een CO2-uitstoot van 138 g/km.
- Schakelen gaat via een gerobotiseerde zevenbak. Omdat er geen geld was om de twee opties te ontwikkelen, koos Alpine voor de ‘automaat’. Een keuze die werd ingegeven door de evolutie van de markt. En, een manuele zesbak zou 50 kilogram extra gewicht betekend hebben.
- De Alpine A110 staat op Michelin Pilot Sport 4-banden. Vooraan zit maat 205/40 R18, achteraan 235/40 R18.
- Na de lanceringsversie ‘Première Edition’ is er vandaag keuze uit twee versies: Pure vanaf 56.100 euro en Légende vanaf 59.950 euro.
— by Alpine
En dan nu, wat je echt wilt weten:
Moderne interpretatie of pastiche?
Goed nieuws! Wat zeg ik, dubbel goed nieuws! Alpine is ondertussen alweer een tijdje terug van weggeweest. En de nieuwe A110 zit me als gegoten! Dat is ooit anders geweest. Ik herinner me dat ik met de tranen in de ogen naast een oorspronkelijke Berlinette stond en er niet echt kon mee rijden omdat mijn meter negentig er niet in paste.
— by Alpine
Dat was voor ik Bart Hoedemakers ontmoette, die én hetzelfde probleem had als ik én eigenaar was van een prachtige A110 1300. Om toch met zijn blauwe vlinder te kunnen rijden, had Bart de chauffeursstoel zo ver mogelijk naar achter rechtstreeks op de vloer laten monteren.
Helaas voor mij was deze man nog groter dan ik, zodat ik met moeite met mijn voeten aan de pedalen geraakte. Wat evenmin ideaal is voor het betere scheurwerk waarvoor deze auto per slot van rekening is gemaakt. Daarom, hoe mooi ik de oorspronkelijke A110 of Berlinette ook vind, lang leve de nieuwe A110!
Recht naar huis of ‘the long way home’?
Het gevaar is niet denkbeeldig dat ik zometeen besmeurd met pek en veren naar buiten word gedragen, maar binnenin heerst de sportwagensfeer van toen. Want hoewel het hier om een moderne sportwagen gaat, is binnenin niet op een snuifje nostalgie gekeken. Zoals de mooie stiksels in de stoelen en de deurpanelen. En wat je aanraakt, voelt prettig aan zoals het met leer beklede stuur en de aluminium schakelpeddels achter het stuur. Een vleugje carbon zorgt samen met de digitale instrumenten voor de moderne toets.
Wat ons bij het heikele thema van het instrumentenbord brengt. Daar horen ronde klokken in, roepen de puristen. En gelijk hebben ze. Alleen, mocht Jean Rédélé zijn ‘Berlinette’ vandaag gebouwd hebben, dan zat er zeker een digitaal dashboard in. Want, één zo’n mooie antieke ronde meter weegt meer dan het hele hedendaagse instrumentarium. En via de keuzeprogramma’s kan je kiezen voor een lay-out die de klassieke opstelling respecteert.
— by Alpine
Ik had het er al over dat ik zo blij ben dat ik eindelijk in een Alpine A110 pas. Wat niet betekent dat ik veel overschot heb. En veel ruimte om rommel op te bergen is er ook al niet. In die zin blijft de A110 de compromisloze sportwagen, waar alles ten dienste van het sportieve rijplezier staat. Die tandenborstel kan je trouwens in één van de twee bagageruimtes voor of achter kwijt. Erg ruim en praktisch zijn ze niet, maar het volstaat voor de handbagage. Of in volume uitgedrukt, vooraan kan de A110 100 liter bevatten, achteraan 96. En let op, de pralines voor de bomma stop je beter in de voorste bagageruimte. Achteraan riskeer je dat de hitte van de motor de lekkernijen doet smelten.
— by Alpine
— by Alpine
De motor van de A110 is van helemaal achteraan naar centraal achterin verhuisd en ligt nu dwars in plaats van in de langsrichting. Een keuze die zorgt voor een betere gewichtsverdeling en een ander weggedrag. Hoewel, de ‘Berlinette’ is nooit ver weg. De Alpine-ingenieurs hebben gekozen voor een speelse, levendige auto die misschien in efficiëntie moet onderdoen voor bijvoorbeeld de Porsche Cayman. Maar die dat ruimschoots compenseert met het enthousiasme van een jonge labrador.
Met andere woorden, niet de snelste tijd op de Nordschleife was het streefdoel, maar wel de glimlach op het gezicht van de chauffeur. Dankzij de dubbele driehoeken voor en achter heeft de A110 een relatief grote veerweg, wat hem uitermate geschikt maakt voor Belgische rally-wegels. Daar is hij echt op zijn best en laat hij de keuze aan de chauffeur. Ofwel kiest die voor veiligheid en vertrouwt hij op de rijhulpsystemen om door de bocht te geraken. Ofwel vertrouwt hij op zijn stuurmanskunst en rekent hij op de wendbaarheid van de auto.
Die duikt dankzij de precisie van de voortrein scherp als een mes de bocht in, waarbij je met behulp van een lastwissel het onderstuur neutraliseert. Waarop het echt plezant wordt, want op die manier geef je al een aanzet tot overstuur, dat je dankzij een gevoelige rechtervoet en afgemeten tegensturen perfect kan doseren. Dat hij het zonder een mechanisch sperdifferentieel moet stellen, kan de pret niet drukken.
Op die manier geeft de Alpine A110 een chauffeur die de basisprincipes van het autorijden beheerst al gauw de indruk dat hij met dit speeltje zeer ver kan gaan. Dat klopt ook, want ook in de Sport- of Track-modus blijft de A110 zeer voorspelbaar. Zelfs wie er voor kiest om het ESP, dat in de Track-modus later ingrijpt, volledig uit te schakelen, transformeert zijn vlinder niet in een venijnige bij.
Heel anders dus dan de ‘Berlinette’ die als een echte alles-achteraan-bolide wel eens venijnig uit de hoek durfde te komen. De nieuwe A110 is braver geworden, maar alle lof voor de ingenieurs die er angstvallig over gewaakt hebben dat het rijplezier niet wordt geneutraliseerd door overijverige hulpjes die vooral het rijgevoel wegfilteren en het rijgedrag steriel maken.
— by Alpine
En ja, hoe leuk zou het zijn geweest wanneer het naderen van de bocht werd ingeleid door krachtig remmen en er begeleid door dubbel ontkoppelen en voeten die in een perfect tip-hielmanoeuvre over de pedalen dansen kon worden teruggeschakeld via een goed in de hand liggende, precies schakelende pook.
Het mag dus niet zijn, maar dat betekent niet dat de gerobotiseerde zevenbak ontgoochelt. Alleen bij het extreme werk moet hij even de rol lossen, maar voor het overige kwijt hij zich zeer accuraat van zijn taak. Het is dus krachtig remmen en met de linkervoet op de voetsteun precies terugschakelen via de peddels achter het stuur. Wat ook zijn charmes heeft. En in het dagelijkse verkeer is een automaat een zegen, toch?
De prestaties lijden er alvast niet onder. De lichte A110 snelt in ongeveer vijf seconden van 0 naar 100 km/u en haalt een top van 250 km/u. Maar de sensatie van snelheid wordt op bochtige wegen versterkt door de levendigheid van de ophanging. Dus, om een antwoord te geven op de prangende vraag: het is ’the long way home’!
— by Alpine
Van pomp naar pomp?
Met de Alpine A110 kan je best wel zuinig rijden. Als ik echt mijn best deed, ging het zelfs richting normverbruik. Maar zeg nu zelf, ecorijden in een auto als de Alpine A110 is als het Staatsblad lezen terwijl Annelien Coorevits je poedelnaakt op een lapdance trakteert. Daarom schommelde het gemiddelde eerder rond de 10 l/100 km met pieken die tot boven de 20 liter gingen.
Masta-approved? 9,0/10
De Alpine A110 is een auto zoals ik hem graag heb. Licht, wendbaar en snel zonder hiervoor een bovennatuurlijk aantal pk’s te moeten hebben. Noem hem gerust een hypermoderne auto met een ouderwets speels weggedrag.
In het salontafelmagazine MASTA gaan we met de Alpine A110 op bezoek bij Benny Raepers in Brustem. Meteen nodigden we ook Christian Delferier uit, zo zijn we dan ook weer, om met beide heren een boeiende boom op te zetten over Alpine. MASTA is te koop via de knop onderaan deze pagina. (Fantastische foto’s : David Noels)