JAGUAR VIERT DE 75 ste VERJAARDAG VAN ZIJN LEGENDARISCHE SPORTWAGENS. DIT IS HOE HET BEGON.
Vrijdag 20 oktober 1948 spoedde de verzamelde autopers zich naar het Grosvenor House Hotel in Londen. De uitnodiging kwam van William Lyons, die er in de aanloop naar de eerste na-oorlogse London Motor Show de gloednieuwe Jaguar XK 120 in avant-première zou tonen.
De organisator van het Britse autosalon speelde al in 1946 met het idee om de draad opnieuw op te pikken, maar stootte twee keer op rij op een veto van de eigen auto-industrie. Die vond, met Lyons voorop, dat een autosalon geen zin had, omdat er toch geen nieuws te melden was. De auto’s waarmee de productie na de capitulatie van Nazi-Duitsland was heropgestart, waren in het beste geval opgewaardeerde vooroorlogse modellen. Tot, in het geval van Jaguar, de komst van de XK 120.
En dat zou de wereld geweten hebben. Alle reclameborden tussen het metrostation en Earls Court, waar het autosalon plaatsvond, waren door Jaguar gereserveerd. En alsof dat nog niet genoeg was, reden er 750 bussen met Jaguar-reclame door de Britse hoofdstad. Het resultaat was, dat toen het salon op 6 november de deuren sloot, Jaguar met een goedgevuld orderboek terug naar Coventry reisde. Een Amerikaan had zelfs te kennen gegeven dat hij het totale productieaantal van het eerste jaar voor de Verenigde Staten wilde reserveren.
De XK 120 liet niemand onberoerd. Hij was gebaseerd op een ingekort en aangepast MK V-chassis en verleidde de bezoekers van het salon met zijn elegante koetswerk, een Engelse interpretatie van het alomvattende design dat in de jaren ’30 door de Italiaanse designers was bedacht. Volgens de overlevering zouden Lyons en zijn team in amper twee weken het design van de XK 120 hebben bedacht. Onder het aluminium koetswerk van de eerste modellen zat een 3.442 cc grote zescilinder lijnmotor met een vermogen van 162 pk. Goed voor een toen waanzinnige topsnelheid van 200 km/u of meer dan 120 mp/h, een topsnelheid die het schopte tot typeaanduiding.
De Jaguar F-Type doet (voorlopig?) het licht uit. Jaguar zet in op een elektrische toekomst, die in 2025 zal starten. Er bestaan uiteraard al prototypes van de Jaguar(s) van de toekomst, maar veel laat men nog niet los. Alleen dat de toekomst, volgens de woordvoerder toch, exciting is. Wat wel geweten is, is dat de fabriek in Castle Bromwich, waar ooit nog de Spitfire-jachtvliegtuigen werden gebouwd, na het stopzetten van de productie van de F-Type in 2024 een andere bestemming zal krijgen. De productie van de elektrische auto’s wordt in Solihull ondergebracht.
Dankzij het aluminium koetswerk werd het gewicht van de roadster beperkt tor 1.295 kilogram. Maar om de prijs te drukken, was William Lyons al meteen druk op zoek naar een staalleverancier, die voldoende kon leveren om de serieproductie van een goedkoper, stalen koetswerk toe te laten. Want dat was één van de uitgangspunten van de stichter van Jaguar, zijn auto’s moesten correct geprijsd zijn. Dat het gewicht daardoor naar 1.321 kilogram zou stijgen, was bijzaak.
Hoofdzaak was dat Jaguar de op dat moment snelste sportwagens aanbood. Om dat te onderstrepen stuurde Lyons een XK 120 naar België voor een recordpoging op de nieuw aangelegde autosnelweg in Jabbeke. Op 30 mei 1949 liet Ronald ‘Soapy’ Sutton, weggedoken achter het kleine windscherm van de aerodynamisch geoptimaliseerde XK 120 er een topsnelheid van 133 mp/h of 214 km/u optekenen. Maar ook met de gewone voorruit en het dak dicht, passeerde de sportwagen de vooropgestelde kaap van 120 mp/h. Voor het oog van de meegereisde Britse journalisten, die in een door Jaguar gecharterde DC3 het Kanaal waren overgestoken.
1948 XK 120
1951 C-Type
1954 D-Type
1954 XK 140
1957 XK 150
1957 XKSS
1961 E-TYPE
1975 XJ-S
1996 XK 8
2005 XK
