AAN HET STUUR VAN DE NIEUWE OPEL CORSA-e KEREN WE TERUG NAAR DE TIJD WAARIN HET BEGRIP RANGE ANXIETY AL WEL BESTOND, MAAR ALS TERM NOG NIET WAS UITGEVONDEN.
“Normaal heb je met een volgeladen batterij een autonomie van 330 kilometer. Maar de computer berekent je reikwijdte op basis van het verbruik van de vorige chauffeur. Die moet nogal gehaast geweest zijn, vandaar dat de teller maar 275 kilometer aangeeft”, stelde de vriendelijke Opel-verantwoordelijke me bij het overhandigen van de sleutel gerust.
Niet dat ik me op dat moment ongerust voelde. Ik was iets meer dan honderd kilometer van huis, dus kon ik in het slechtste geval zelfs heen- en terugrijden met één batterijlading. Bovendien, eens onderweg telde de kilometerteller sneller op dan de actieradiusmeter af, dus wat kon me nog overkomen. En hoewel de spreiding van de beschikbare laadpalen in België nog steeds niet ideaal is, vind je al snel een mogelijkheid om kilometers te tanken. Vijf kilometer per minuut aan een 50 kW-lader, vertelt het instructieboekje. Aan een 100 kW-lader loopt dat zelfs op tot negen kilometer per uur en kan je de 50 kWh grote lithium-ionbatterij in 30 minuten voor 80 procent voltanken.
Thuis zou het via het stopcontact zou het andere koek zijn, maar mocht ik een 11 kW-lader laten installeren, dan zou ik de batterij van Corsa-e in vijf uur en vijftien minuten voor 100 procent kunnen opladen. En dat aan een prijs die tot vier keer lager kan zijn dan onderweg. Check wel vooraf of je elektriciteitsinstallatie geschikt is voor de installatie van zo’n privé-laadpaal. Wat voor inwoners van Brussel ‘het groene hart van België’ wel eens zou kunnen pikken. Daar is meer dan 80 procent van het elektriciteitsnet ongeschikt voor de installatie van laadpalen. Maar dit geheel terzijde. We gingen het over range anxiety hebben.
De eerste keer dat ik stijf van de stress, anderhalf oog op de benzinemeter en een half oog op de weg, achter het stuur van een auto zat, was geheel toevallig in een Opel Corsa. Op vrijdag 1 augustus 1986, zo goed weet ik het nog.
De katalysator had net zijn intrede gedaan, wat bij mijn toenmalige baas het idee had doen rijpen om er, voor de volgende grote reportage die hij had gepland, een auto met katalysator bij te halen. “Als symbool van de technologie van de toekomst”, staafde hij zijn beslissing om mij naar Rüsselsheim te sturen. Want daar stond de enige Opel Corsa ‘mit katalysator’, zoals het trots op de achterruit stond.
Trots, want in Duitsland was een auto ‘mit katalysator’ in die tijd in bepaalde kringen een statussymbool. Je kon even goed ‘ik ben een verantwoord automobilist, want ik denk aan het milieu en aan de toekomst van onze kinderen, onze kleinkinderen en onze achterkleinkinderen’, achterop de auto plakken. Maar dat zou het zicht naar achter te veel belemmeren. ‘Mit katalysator’ was korter, krachtiger en dus ook veiliger.
Het nadeel van deze ‘gekatstreerde’ auto’s was, dat ze alleen maar loodvrije benzine lustten. En pompen waar je die toen in België kon tanken, waren nog zeldzamer dan ministers van energie met een realistische kijk op de toekomst. Quasi onvindbaar. “Maar geen nood, in Duitsland vind je in elk benzinestation een pomp met ‘bleifrei’”, stelde de chef me gerust. “En in België is Aral een stap voor op de concurrentie”, gaf hij me als laatste, ongetwijfeld goedbedoelde tip mee.
En toch. Het eerste signaal dat het allemaal wel eens mis zou kunnen gaan, kwam er net voor de Duits-Belgische grens. Geheel volgens plan stopte ik aan het laatste Duitse benzinestation langs de autosnelweg om de Corsa nog snel tot aan de rand te vullen. Maar helaas, geen enkele pomp met de benzine van de toekomst te vinden. Ik dan maar via de binnenwegen verder naar Francorchamps, maar ook daar kon men alleen maar de schouders ophalen wanneer ik om ‘bleifrei’ vroeg, zelfs in een Aral-station.
Voorlopig was er nog geen reden tot paniek. Ik had zeker nog voldoende benzine om tot in Francorchamps te geraken. Dat weekend werden de 24 uren gereden, waar ik een reportage achter de schermen zou maken. En wat begon als een voorbereiding op de reportage, eindigde in een bijzonder gezellige namiddag onder vrienden en een nog gezelligere avond met diezelfde vrienden. Maar terwijl die zonder enige stress, volgas naar huis konden sjezen, begon voor mij de zoektocht naar loodvrije benzine.
Het moest van die achteraf herhaaldelijk gevierde kerstnacht in Bethlehem geleden zijn, dat er nog iemand met een steeds grotere hoogdringendheid, keer op keer werd doorgestuurd. Tot ik uiteindelijk – had ik de motor al niet enkele keren voelen schokken? – op de laatste druppel rijdend voor een pomp met … loodhoudende benzine stopte. “Te voet verder”, stampvoette de chef op mijn linkerschouder. “Als het niet anders kan, tanken. Maar vergeet het ons dan niet te melden”, troostte de PR-man op mijn rechterschouder. Hij won!
Vergeleken met wat ik toen die nacht doorstond, lijkt de ‘range anxiety’ waarover men vandaag loopt te emmeren eerder een non-issue.
Wat ik met de Corsa-e zou gedaan hebben? Ik zou aan de eerste de beste boerderij gestopt zijn, want ergens is er wel een erf met een stopcontact aan de buitenkant. Om dan net wanneer ik de stekker wilde insteken, te worden betrapt door de knappe, nimfomane boerendochter, die al een maand lang geen man van dichtbij had gezien en wiens in de wind wapperende nachtgewaad nauwelijks iets aan de verbeelding overliet. Kijk, dat is nu het voordeel van een elektrische auto. De redding is steeds nabijer dan je zou denken. En hij wet je al dan niet erotische fantasieën … En nu we het er toch over hebben, waar vind je de meeste superchargers van Tesla? Denk daar maar eens over na.
Alle gekheid op een stokje. Vandaag kan je ook een beroep doen op hulp uit het digitale heelal. Apps zoals Free2Move helpen je bijvoorbeeld om een keuze te maken uit de geschikte laadpunten en berekent ook nog eens de kortste weg naar de redding. Het enige wat je dan nog kan overkomen, is dat de laadpaal wordt ingenomen door een laadpaalklever. Of door een Sharon. Het overkwam mij aan de Lidl van Hamme, waar één van de voor elektrische auto’s voorziene plaatsen werd ingenomen door de BMW met nummerplaat ‘Sharon-en-nog-iets’. Vandaar dat ik mensen die hun niet-elektrische auto op zo’n manier parkeren vanaf nu ‘Sharon’ noem. Maar sowieso een pluim voor Lidl, dat gratis stroom aanbiedt. En wel aan een 50 kW-lader.
De afrekening
- De Opel Corsa-e is er in drie versies: e-Edition, e-Elegance en e-GS Line. Ze kosten respectievelijk 31.795, 33.095 en 33.895 euro.
- De elektrische motor is 136 pk en 260 Nm sterk. Daarmee snelt de Corsa -e in 2,8 seconden van 0 naar … 50 km/u. Van 0 naar 100 duurt 8,2 seconden.
- De Corsa-e is voorzien van een lithium-ionbatterij van 50 kWh. Daarmee claimt hij een rijbereik tot 333 kilometer.
- De elektrische Corsa kost je geen euro aan verkeersbelasting of belasting op inverkeerstelling.
Masta-approved? 6,0/10
De auto zelf dreigt in het hele verhaal een beetje op de achtergrond te geraken. Wat in het geval van de Corsa-e niet eens zo erg is. Het is een meer dan degelijke auto, die zichzelf zeker niet uit de markt prijst. Maar die aan de Renault Zoé nog steeds een bijzonder kwaaie klant heeft. Wat ik in de Corsa-e een beetje miste, is de speelsheid die zijn Stellantis-concurrent, de Peugeot e-208 bijvoorbeeld wel heeft. Maar, dat is een kwestie van smaak.