Skip to main content
In de kijkerSpecial Stories

1970 : Porsche wint voor het eerst Le Mans

By 12 juni 2020No Comments

Dit weekend is het precies vijftig jaar geleden dat Porsche voor het eerst de 24 uren van Le Mans won. Op 14 juni 1970 werd de Porsche 917 van Attwood-Hermann na 4.607,810 kilometer als eerste afgevlagd. Het brein achter de beroemde ‘Flat 12’ van de 917 was Hans Mezger. Hij overleed op 10 juni jongstleden. Hij werd 90 jaar. De viering van deze vijftigste verjaardag wordt zo tegelijk een eerbetoon aan deze briljante ingenieur.

De 24 uren van Le Mans in 1970 kondigden zich aan als het grote treffen tussen Porsche en Ferrari. Porsche kwam met maar liefst acht auto’s aan de start, waaronder drie van John Wyer in Gulf-kleuren voor Siffert-Redman, Rodriguez-Kinunen en Hobbs-Haywood. Porsche AG zette vier auto’s in voor Attwood-Herrmann, Elford Ahrens, Steinemann-Spoerry en Larrousse-Kauhsen. Voor Van Lennep-Piper stond een 917 van een privéteam klaar.

Ferrari counterde met maar liefst 11 512 S’en. De fabrieksauto’s waren voor Ickx-Schetty, Vaccarella-Giunti, Bell-Peterson en Merzario-Regazzoni. Bij de andere was het de gele 512S van de Ecurie Francorchamps met aan het stuur de Fierlant-Walker, die de aandacht trok.

 

 

Bij John Wyer was iedereen het er over eens : de drie Gulf Porsches zouden in de configuratie met de korte achterkant rijden. Bij Porsche AG waren het Elford-Ahrens die twijfelden en uiteindelijk besloten om met de in rechte lijn snellere, maar bij het remmen en in de bochten minder stabiele ‘Langheck’ te starten. Het verschil in topsnelheid tussen de twee was maar liefst 30 km/u: 360 km/u voor de ‘Kurzheck’, 390 km/u voor de ‘Langheck’.

Ook bij Ferrari was er keuze tussen een korte en een lange. De ‘korte’ 512S werd op de Hunaudières afgeklokt bij 325 km/u, de ‘lange’ haalde tussen de 345 en de 255 km/u. Hét grote probleem bij deze snelheid waren echter de banden. De Good Year-banden van Porsche leken iets beter tegen de hoge snelheden bestand dan de Firestones van Ferrari. Wat mee de keuze van Wyer bepaalde.

Uiteindelijk is het de Porsche 917 in de rood-witte kleuren van Porsche Salzburg van Attwood-Herrmann die de wedstrijd wint, voor de psychedelische ‘Langheck’ van Larrousse-Kauhsen. De derde plaats is voor de Porsche 908 van Lins-Marko. Ferrari haalt dus niet eens het podium. Met een vierde plaats voor de 512S van Posey-Bucknum en de vijfde van de Belgische auto van de Fierlant-Walker kon de Italiaanse constructeur alles behalve tevreden zijn.

Voor Alfa Romeo en Matra was het verdict nog zwaarder. Geen enkele van hun auto’s haalde de eindmeet. Een andere opvallende aanwezige was Solar Productions, de filmmaatschappij van Steve McQueen, die tijdens de wedstrijd beelden draaide voor de film Le Mans, die een jaar later in de bioscoop zou verschijnen.

Voor Porsche was het dus de eerste overwinning in de 24 uren van Le Mans en bijgevolg ook de eerste van de monsterlijk ‘Flat 12’, die het jaar nadien opnieuw aan het feest was, toen met Van Lennep Marko aan het stuur.

Nadat de cilinderinhoud van de Groep 6-auto’s werd teruggeschroefd naar 3 liter, startte het turbotijdperk. De eerste zescilinder turbomotor zat in de Carrera RSR in 1972, maar ook de succesvolle 936 en later de 956 en 962 deden een beroep op de zescilinder. In totaal won Porsche twintig keer in Le Mans, de laatste keer met de 919 Hybrid.

De twaalfcilinder verhuisde naar de Amerikaanse Can-Am-series, waar zowat alles was toegelaten. Voor dit Amerikaanse kampioenschap experimenteerde Porsche in 1971 met een zestiencilinder: een motor met een inhoud van 6 tot 7,2 liter en een vermogen van maximaal 880 pk. Deze motor racete nooit, maar na tests in Weissach berekende Mark Donohue snel dat deze motor met enkele turbo’s wel eens tot 2.000 pk zou kunnen leveren.

Zo ver kwam het niet. Porsche koos voor een turboversie van de twaalfcilinder, die in de 917/30, zeg maar de ultieme 917, met de turbokranen helemaal opengedraaid tot 1.500 pk uitbraakte. Het maximum waarmee werd geracet was 1.100 pk. Deze bolide was zo dominant dat het publiek niet meer geïnteresseerd was in het meest van de pot gerukte kampioenschap.

Al deze motoren hadden één gemene deler : Hans Mezger. Mezger was 27 toen hij in 1956 in dienst trad bij Porsche. Zijn eerste project met enig belang was de ‘Flat 8’ bestemd voor de 804, de Formule 1-wagen. In het begin van de jaren zestig ontwierp Mezger de luchtgekoelde zescilinder en even later tekende hij voor de twaalfcilinder, die de 917 naar triomfen zou drijven.

Mezger was ook verantwoordelijk voor de TAG Turbo F1-motor, waarmee McLaren maar liefst 25 Grote Prijzen en twee wereldkampioenschappen won. Zijn laatste sportieve wapenfeit was een atmosferische V12, een Formule 1-motor die door gebrek aan financiering nooit competitief was.

Hans Mezger overleed op 10 juni jongstleden. Hij werd 90 jaar.