In 2020 was het precies 45 jaar geleden dat Mitsubishi zijn intrede deed op de Belgische markt. Het werd helaas een feest in mineur. In de loop van het jaar besloot Mitsubishi om Europa te verlaten. Bij wijze van eerbetoon een overzicht van modellen die om de een of de andere reden de Masta-goedkeuring meedragen.
In 1975 staat Mitsubishi voor het eerst op het autosalon van Brussel. Invoerder Moorkens heeft twee modellen meegebracht: de Lancer en de Galant. Met Mitsubishi doet het zesde Japanse merk zijn intrede op de Belgische markt. De Lancer zorgde in 1974 voor de verrassing van het jaar, door de loodzware East African Safari te winnen. Joginder Singh was de man die Mitsubishi een eerste belangrijke rally-zege schonk.
Mitsubishi vergroot het aanbod snel met sportieve modellen. Met de Celeste uit 1975 volgt Mitsubishi het pad dat door de Toyota Celica is geëffend. Het duurt tot 1977 vooraleer de Celeste Europa bereikt. Er is keuze uit twee motoren: een 1,6-liter met 73 pk en een 2-liter met 98 pk. Deze laatste heeft een vijfbak en ziet bij een eerste update zijn vermogen stijgen tot 105 pk.
De Mitsubishi Sapporo uit 1978 is een elegante, grotere coupé op basis van de Galant. Hij mikt op een iets volwassener publiek.
De Mitsubishi Colt wordt in 1978 in Japan voorgesteld en bereikt Europa in 1979. Een opvallend technisch detail is de Super Shift-transmissie. Via een tweede pookje kan op elk van de vier versnellingen een overdrive worden ingeschakeld, waardoor de kleine Colt eigenlijk over acht verzetten beschikt. In 1982 wordt het gamma uitgebreid met een 105 pk sterke turboversie.
In 1979 komt de tweede generatie van de Lancer uit. Met een sportief topmodel: de Lancer 2000 Turbo. Met zijn 170 pk sterke motor haalt hij een top van 200 km/u. Deze auto dient als basis voor een rallywagen, die met 280 pk het nodige potentieel had, maar eigenlijk niet meer was als een kladwerkje voor wat later zou komen.
De Mitsubishi Station uit 1982 heeft alles mee om het te maken. Met zijn turbomotor die afhankelijk van de versie van 150 tot 178 pk levert, is hij niet alleen een aantrekkelijke sportieve coupé, maar ook een ideale basis voor een racewagen. Zodoende komt de Starion in het toenmalige Groep N-kampioenschap terecht. In de rallysport luidt hij in België het begin van de samenwerking tussen Colsoul en Mitsubishi in.
De Pajero debuteert al in 1973 als conceptauto, maar het duurt tot 1981 vooraleer de verkoopklare productieversie op het autosalon van Tokio wordt voorgesteld. De Pajero is verkrijgbaar met een kort en lang chassis en het motoraanbod bevat twee benzinemotoren (een 2,4-liter en een 3,0-liter V6) en een dieselmotor, een turbodiesel met 70 of 83 pk. In 1985 wint de Mitsubishi Pajero voor het eerst Parijs-Dakar. In 2007, het laatste jaar dat de echte Parijs-Dakar wordt gereden, wint de Pajero voor de twaalfde keer de woestijnklassieker. Een record.
In 1990 wordt de Mitsubishi 3000 GT het veld ingestuurd als concurrent voor de Mazda RX-7, de Nissan 300 ZX en de Toyota Supra. Zijn 280 pk sterke 3-liter V6-turbomotor is één troef, maar anderzijds is de 3000 GT een soort van rijdend laboratorium met vierwielaandrijving, actieve aerodynamica, gestuurde ophanging en actieve vierwielbesturing.
In 1992 volgt de Lancer de voor het rallywerk overmaatse Galant op als wapen in het wereldkampioenschap rallyrijden. Het zijn de hoogdagen van de Groep A en na een schuchter begin ontpopt Mitsubishi zich dankzij een rist aan evolutieversies tot het te kloppen merk. Tommi Mäkinen kroont zich van 1996 tot en met 1999 vier keer op rij tot wereldkampioen met als kers op de taart voor het merk de constructeurstitel in 1998. In 2015 wordt met de Evolution X, de tiende in de rij, een tijdperk afgesloten. De auto op de foto is de EVO VI Tommi Mäkinen.