TACHTIG WAS PRACHTIG (DEEL 1)
Mijn allereerste ‘testauto’: de Talbot Samba Rallye
Hoe het begon
In 1983 kwam ik op de redactie van Auto & Sport binnengewaaid. Voor mijn eindwerk over de Vlaamse autotijdschriften was ik op bezoek geweest bij enkele journalisten en verantwoordelijken van de verschillende bladen. Het resultaat was dat ik op vrijdag 1 april uit het niets telefoon kreeg van een zekere André Vrijdag. Of ik me geroepen voelde om voor Auto & Sport te werken? Of hij wel goed wist welke dag het was, antwoordde ik. Als het al een aprilgrap was, is het er één die tot vandaag duurt. Enkele dagen later zat ik met Koen Wijckmans aan tafel in café Noord, op de Antwerpse Grote Markt. De reden waarvoor ik was gevraagd, was om Koen op te volgen als verslaggever van de regionale autosport. Met een lijst telefoonnummers en een hoop goede raad op zak, reed ik die avond in mijn Mini 1000 naar huis. Om me voor te bereiden op mijn eerste rally: de Ros Beiaard Rally in Gavere. Een rally die werd gedomineerd door de gebroeders De Maegd met hun pas aangekochte Luigi BMW 323i, de auto waarmee mijn gouwgenoot Patrick Snijers het jaar voordien kampioen in Groep 2 was geworden. Maar die na het uitvallen van de broers uitmondde in een secondestrijd tussen de Opel Ascona van Frank Broekaert en de BMW 320i van Gert D’Hoore. Een strijd die met één seconde verschil in het voordeel van eerstgenoemde werd beslecht. Wat ik die zaterdag niet wist, was dat ik Frank Broekaert amper een week later beter zou leren kennen. Mijn eerste verslag was amper binnen of Marc Martens belde. Of ik hem kon assisteren bij een vergelijkende test? En zo ja, of ik dan op de redactie één van de testwagens kon ophalen en ermee naar Landen rijden, waar de fotoshoot zou plaatsvinden. Bleek ter plekke dat de test de kapstok was voor een artikel over promotieformules in de rallysport met als invités Louis Wouters en zijn door Auto & Sport gesponsorde MG Metro, Vital Budo en zijn Visa Trophée en Frank Broekaert en zijn Opel Kadett 1.6 SR. De protagonisten van de vergelijkende test waren de Opel Kadett 1.6 SR en de door mij meegebrachte Talbot Samba Rallye.
Van 0 naar 100 km/u in 11,55 seconden, de 400 meter met staande start in 17,35 seconden en een top van 171 km/u. Cijfers waar vandaag eens stevig mee wordt gelachen, maar waar je toen kon mee uitpakken. Zeker wanneer je met zo’n ‘koekendoos’ kwam aanrijden.
Mijn eerste ‘testwagen’ kon niet beter gekozen zijn. Als kind zat ik in Zolder in mijn hoekje op het terras van Hotel Pits op het puntje van mijn stoel de merkenrace met de Renault 8 Gordini’s te volgen en later droomde ik van een Simca Rallye 1 als eerste auto. Een droom die ik deels realiseerde omdat mijn eerste auto inderdaad een Simca was, maar wel een 1100. Maar dit geheel terzijde. De Franse constructeurs waren toen meesters in het verzinnen van redelijk goedkope sportieve auto’s. En die Talbot Samba Rallye was er zo eentje.
Dat neemt niet weg dat ik op het eerste gezicht behoorlijk teleurgesteld was in de Samba Rally. Ik herinnerde me het interieur van de Simca Rallye 1 met zijn aangepaste wijzerplaten, zijn sportstuur en vooral zijn kuipstoelen. Weliswaar zonder hoofdsteun in de Rallye 1, maar wat daarvan het gevaar was, was toen nog bijkomstig. In de Samba moest ik het stellen met een sportstuur. Ja natuurlijk stonden er stoelen in, maar die echt sportief kon je die niet noemen. En ja, er stond een klein toerentellertje naast de grote kilometerteller. Maar dat was ook niets om sportief opgewonden over te geraken. Tot de motor werd gestart.
Om in de klasse tot 1.300 cc de lakens te kunnen uitdelen, was geopteerd voor de 1.219 cc grote viercilinder uit de Peugeot 104 SR. Die was dankzij speciale zuigers, een verhoogde compressieverhouding (van 9,75 in plaats van 9,3:1) en twee dubbele Webers 40 DCOE opgevoerd tot 90 pk. Een goede basis, want later hoorde ik van preparateurs dat er mits wat werk nog makkelijk 20 tot 25 paarden meer konden uitgepeuterd worden. En 90 + 20 is 110, het vermogen van de eerste Volkswagen Golf GTI! Maar ook dit geheel terzijde. Wat telde was, dat die oorspronkelijke 90 paarden amper 780 kilogram moesten meesleuren. De cijfers logen er dan ook niet om. Van 0 naar 100 km/u in 11,55 seconden, de 400 meter met staande start in 17,35 seconden en een top van 171 km/u. Cijfers waar vandaag eens stevig mee wordt gelachen, maar waar je toen kon mee uitpakken. Zeker wanneer je met zo’n ‘koekendoos’ kwam aanrijden.
Om van het driftkikkertje onder de motorkap te genieten, moest je hem ongenadig op de staart trappen. Want koppel, dat had hij niet. Nu ja, 103 Nm bij 5.400 o/min, bijna niets dus.
Wat niet wil zeggen dat het allemaal rozengeur en maneschijn was. Om van het driftkikkertje onder de motorkap te genieten, moest je hem ongenadig op de staart trappen. Want koppel, dat had hij niet. Nu ja, 103 Nm bij 5.400 o/min, bijna niets dus. Dat had ik eerder ondervonden toen ik eerder in de drukke Antwerpse ochtendspits stond aan te schuiven. Gas geven als een bezetene was de boodschap. Want als de motor stil viel, kon je het wel helemaal schudden. En lawaai dat het ding maakte! Omwille van het gewicht was de isolatie onder de motorkap en uit de kofferruimte weggehaald. Dat scheelde minstens 10 kilogram! Zelfs mijn Mini was hiermee vergeleken een oase van rust! Lawaai dat op rallywegels een hemels geluid werd.
Want daarvoor was hij gemaakt. Om op kleine wegen zo hoog mogelijk in de toeren te worden gejaagd, hierbij goed geholpen door een perfect ingedeelde vijfbak en een korte eindoverbrenging. Geen overbodige luxe want de kunst bestond erin om de motor boven de 5.000 toeren te houden, wat betekent dat je maar 1.700 toeren speelruimte had. Het schakelen zelf had iets vlotter en preciezer mogen gaan. En misschien had de vering ook iets stugger gemogen. Misschien, want op geaccidenteerde wegen kwam de ophanging het best tot zijn recht. En om nog maar eens de roeping van de Samba Rallye te onderstrepen. Talbot had een afstellingssysteem voor de wielvlucht voorzien. Zo konden de voorwielen met 2°30’ verzet worden, wat goede resultaten gaf op asfalt. Om voor onverharde wegen snel terug naar de 0-stand te gaan.
Stalen velgen, smalle bandjes … uiterlijk wees niets op de sportieve inborst van de Talbot Samba Rallye. Wat gezien zijn roeping helemaal bijkomstig was.
Het verdict
Een compromisloos sportwagentje voor toen 209.000 Belgische frank. Dat komt omgerekend naar euro en rekening houdend met de evolutie van de prijzen vandaag neer op ongeveer € 12.000. Ideaal voor wie zich toen op een betaalbare manier aan autosport wilde wagen. De laatste die ons hierover zal tegenspreken, is Grégoire de Mévius die zijn carrière lanceerde door in 1984 de Talbot Samba Rallye Cup te winnen. Maar heel eerlijk, ik was die avond zeer blij dat ik met de sparringpartner van de Samba naar huis mocht vertrekken: de Opel Kadett 1.6i SR.
© Text by Iwan Kneuts. All pictures by Talbot/Stellantis.