Precies vijftig jaar geleden begon voor Gilbert Staepelaere het grootste avontuur van zijn carrière. Samen met de Finse superster Timo Makinen zou hij deelnemen aan de World Cup Rally, een 25.700 kilometer lange marathon van Londen naar Mexico. Maar voor het zo ver was, werd hij er samen met de Brit Henry Liddon op uitgestuurd om het Zuid-Amerikaanse deel van het parcours te verkennen.
Op 4 februari 1970 maakt Gilbert Staepelaere op de luchthaven van Orly kennis met Henry Liddon. Samen nemen ze er het vliegtuig richting Rio de Janeiro. Het duo is door Stuart Turner, de baas van de competitieafdeling van Ford Engeland, naar Zuid-Amerika gestuurd met een drieledige opdracht: het parcours van het tweede en moeilijkste deel van de rally op notities zetten, benzinestations, garages en opslagplaatsen in kaart te brengen en een netwerk van contactpersonen en vaklui zoals lassers opzetten.
“Voor het zo ver was, moesten we op Orly wel voorbij de overijverige incheckbediende geraken. De dame kon de loodzware koffers van Liddon, die volgepropt zaten met landkaarten, notitieblokken, camera’s en een tripmaster inclusief alle nodige kabels, verbindingsstukken en tandwielen, nauwelijks van de weegschaal tillen. Gelukkig slaagde de flegmatieke Brit erin haar te overtuigen om een oogje dicht te knijpen”, begon Staepelaere zijn relaas.
Wanneer Staepelaere en Liddon in Rio de Janeiro landen, wordt er volop afgeteld naar carnaval. “Nog net voor het jaarlijkse feest in alle hevigheid losbarstte, konden we bij de Braziliaanse Ford-invoerder terecht voor een auto die Turner voor ons had geritseld: een Ford Corcel, een kruising tussen een Escort en een Cortina. Een auto met een Renault-motor, voorwielaandrijving en een ‘fantastische’ ophanging. En omdat Europeanen niet alleen in een Braziliaanse auto mochten rijden, kregen we een begeleider mee: Ely Cox, die daarmee het carnaval aan zijn neus zag voorbijgaan.”
Vergezeld van Ely Cox verkennen de twee het parcours in Brazilië en Uruguay. Met daarbij de nodige portie carnavalellende/plezier (schrappen naar believen). “Op weg naar de grens met Uruguay zien we het wegdek degraderen van pokdalig asfalt tot met stenen bezaaide, onverharde paden. Die eisen hun tol. In de laatste 100 kilometer tot Sant’Ana do Livramento rijden we twee keer lek. Steeds zijn het de achterbanden die het begeven, een teken dat de Corcel, met de zware valiezen van Liddon en derde man Cox aan boord, overladen is.”
“Helaas betekent de aankomst in het grensstadje niet het einde van ons lijden. Nergens vinden we een hotel. Tenzij aan de andere kant van de grens, in Uruguay. Na kort onderhandelen met de douane krijgen we de toelating om de grens over te steken. Op voorwaarde dat we onze paspoorten achterlaten en de dag nadien terugkeren om alle formaliteiten naar behoren te vervullen. Zo gehaast zijn de douaniers om mee de laatste nacht van carnaval in het duiken.”
“Dat het feest was in de stad, hebben we geweten. Geen oog doen we dicht en wanneer we de volgende dag met een gigantische slaapkop aan het douanekantoor arriveren, moet de echte ellende nog beginnen. De douaniers zijn zo druk aan het napraten over de voorbije carnavalsdagen, dat ze ons straal negeren. Acht uur lang smeekt, bidt en dreigt Cox in het café naast het kantoor om het land officieel binnen te mogen. Liddon verwittigt onmiddellijk de organisator om te voorkomen dat dit zich tijdens de rally zou herhalen.”