
22 JUNI 1991. IN LE MANS WORDT DE START GEGEVEN VAN EEN HISTORISCHE EDITIE VAN DE 24 UREN. HET ZOU DE EERSTE WORDEN WAARIN DE ZEGE NAAR EEN JAPANS TEAM GING. TEGELIJK WERD HET DE EERSTE EN ENIGE OVERWINNING VAN EEN WANKELMOTOR. EEN TRIOMF VAN MAZDA, WAARVAN DE BASIS OP BESCHEIDEN SCHAAL IN BELGIË WERD GELEGD.
Wanneer Mazda in 1968 voor het eerst met een racewagen met rotatiemotor naar de Europese racebanen afzakt, wordt Yves Deprez als één van de eerste Belgen in het Mazda-team opgenomen. Samen met ploegmaats Eldé (Leon Dernier) en Jipéa (Jean-Pierre Ackermans) eindigt hij met de Mazda Cosmo 110 S vierde in de Marathon de la Route, toen een 84-urenrace op de Nürburgring.
In de jaren die volgen blijft Deprez één van de belangrijkste pionnen in het Mazda-team dat dit keer met de R100 zijn zinnen heeft gezet op de Europese toerwagenraces met als hoogtepunt de 24 uren van Francorchamps. Maar tegelijk broedt hij samen met zijn kompaan Julien Vernaeve op een ander plan. Samen willen ze starten in de 24 uren van Le Mans. En wel in een Chevron met rotatiemotor.

In de 2-literklasse woedde een strijd tussen de Britse constructeurs Lola en Chevron met achterin 4-cilindermotoren van Ford of BMW. Door zijn contacten met Mazda kwam Yves Deprez op het idee om een Mazda rotatiemotor in hun prototype te bouwen. Een idee waar ze in Japan wel oren naar hadden. Van de weeromstuit werden een motor en een ingenieur naar België gestuurd.

De auto met Levi’s-sponsoring maakte zijn debuut tijdens de proefritten voor de Bekers van België. Daar werd vooral duidelijk dat er nog een lange weg te gaan was om het gewaagde prototype competitief te krijgen. De compacte rotatiemotor in de auto inbouwen leek misschien gemakkelijk, maar was het allerminst.

Achteraan moest het hele chassis aangepast worden. Een eerste hinderpaal was dat bij de rotatiemotor de roterende as in het midden van de motor zat, terwijl die van een klassieke motor onderaan zit. Wat ook zijn gevolgen had voor de montage van de transmissie (een Hewland FT 200 vijfbak) en de aandrijfassen.
Eigenlijk kon je stellen dat de lichte en compacte Mazda-motor verloren liep in het chassis, dat was ontworpen voor de klassieke viercilinders. Snel bleek ook dat het lagere gewicht niet meteen een zegen was. Met de rotatiemotor achterin was het hele evenwicht van de auto verstoord en moest ook dat worden aangepast.
En dan was er de uitlaat. Om optimaal te functioneren, moest er een 2,60 meter lange uitlaat worden gemonteerd, die zich als een slang vanaf de motor doorheen het motorcompartiment kronkelde.

Ondanks alle moeilijkheden waren de eerste resultaten van het elegante prototype bemoedigend. In de 1000 kilometers van Spa finishte de Chevron-Mazda vijftiende, op de Nürburgring zelfs tiende. En wat belangrijkers was, telkens werd het Belgische team tweede in de 2-literklasse.
Toch maakte niemand zich veel illusies in de aanloop naar de 24 uren van Le Mans. Terecht, want met een tijd van 4’24″2 kwalificeerden Deprez en Vernaeve zich als 41ste op maar liefst twintig seconden van de fabrieks Chevron Cosworth. En ondanks alle zorg die aan de montage en de koeling was besteed, stond de auto na 19 ronden al aan de kant met een oververhitte motor. Het betekende het vroegtijdige einde van een (te) ambitieus en interessant project.


1991

In 1991 wint de Mazda 787 B de 24 uren van Le Mans. Nog meer dan de overwinning in Francorchamps tien jaar eerder, is dit de ultieme beloning voor bijna dertig jaar intensief ontwikkelingswerk. Dat Mazda alweer de eerste Japanse constructeur is die hierin slaagt, maakt de overwinning nog mooier.
Voor de start zette niemand een cent in op de 787 B met nummer 55, die de rol van haas kreeg toebedeeld. Een opdracht die de drie jonge Formule 1-coureurs Volker Weidler, Johnny Herbert en de Franse Belg Bertrand Gachot met verve uitvoerden.
“24 uren lang gingen we tot het uiterste. Overal zaten we op de limiet, terwijl we tegelijk alles deden om zo zuinig mogelijk met de gerantsoeneerde brandstof om te springen”, vertelt Bertrand Gachot.
Pierre Dieudonné, die in deze race zijn actieve carrière in Le Mans afsloot met een achtste plaats, vergelijkt deze overwinning met de zijne in Francorchamps. “Ook nu won de haas. Dit keer klopten we Walkinshaw, die met Jaguar in zee was gegaan. Dat viel Tom natuurlijk heel zwaar, maar hij was wel één van de eersten om ons te feliciteren. Groot zijn in de nederlaag heet dat.”