
7 juni was het precies vijftig jaar geleden dat de Grote Prijs van België voor het laatst werd gereden op het iconische stratencircuit van Francorchamps. Of om het anders te formuleren, het was de laatste keer dan de Formule 1-auto’s door Masta raasden. Dit is het verslag van een historische wedstrijd, die werd gewonnen door de Mexicaan Pedro Rodriguez met een BRM.
De Grote Prijs van België van vijftig jaar geleden hing lange tijd aan een zijden draadje. Niet omwille van één of ander virus, maar omwille van aanslepende gesprekken tussen de RACB en de GPDA, de vereniging van de Grand Prix-coureurs en hun voorzitter Jackie Stewart.
Uiteindelijk kwamen beide partijen tot een overeenkomst die onder andere inhield dat het hele circuit moest worden omzoomd met vangrails en dat er ter hoogte van de bocht van Malmédy een chicane moest komen, die de snelheid in Masta moest drukken. Wat, dat kan er meteen worden bij verteld, niet helemaal lukte.
Ondanks de nieuwe chicane in de Malmédy-bocht bereikte Rodriguez Masta met 301 km/u op de teller.
Zeventien auto’s stonden aan de start van de Grote Prijs van België. De pole position was voor Jackie Stewart, die reed in een door Ken Tyrrell ingezette March 701. Tyrrell hield het bij wijze van uitzondering op één auto omdat de tweede rijder, de Fransman Johny Servoz-Gavin er totaal onverwacht de brui aan had gegeven, waardoor ‘Uncle Ken’ op zoek moest naar een vervanger. Bij de sollicitanten waren Brian Redman, Derek Bell, Reine Wissell en … François Cevert, die het stuur uiteindelijk zou krijgen.
Stewart ging Jochen Rindt met de Lotus 49 vooraf, die op zijn beurt werd gevolgd door de March 701 van Chris Amon. Jacky Ickx startte met zijn Ferrari 312 B vanaf de vierde plaats. De latere winnaar Pedro Rodriguez begon met zijn BRM 153 vanaf de zesde startplaats aan de race. Rodriguez was wel degene die met zijn BRM V12 het snelst Masta naderde. Hij werd er geklokt aan 301 km/u. Ickx arriveerde er aan 296,7 km/u.
Chris Amon zette de snelste wedstrijdronde neer met een gemiddelde snelheid van 244,744 km/u.
Na het vallen van de Belgische vlag nam Jochen Rindt de leiding, om al snel te worden gepasseerd door March-rijders Chris Amon en Jackie Stewart. Pedro Rodriguez volgde als vierde.
In de vijfde ronde nam de Mexicaan de leiding die hij, na wat haasje-over met vooral Chris Amon, kon vasthouden tot het einde. Amon werd tweede, maar mocht wel de snelste rondetijd op zijn palmares bijschrijven. De Nieuw-Zeelander rondde het meer dan 14 kilometer lange Francorchamps in 3’27″2 of omgerekend met een gemiddelde snelheid van 244,744 km/u.
Jacky Ickx parkeerde zijn Ferrari op de achtste plaats op twee ronden van de winnaar. Daarmee was hij de allerlaatste die rijdend over de meet kwam. Ickx was in de 22ste van de 28 ronden binnengekomen … om van overall te wisselen. Of beter, in de Ferrari was een benzineleiding geknapt, waardoor Ickx met een doorweekte overall in zijn cockpit zat.
Een zoveelste bewijs van de uitzonderlijke moed van de intussen 75-jarige Ickx. Amper een maand eerder was hij tijdens de Grote Prijs van Spanje op het nippertje kunnen ontsnappen uit zijn brandende Ferrari. Ickx werd toen in de eerste ronde en dus met bomvolle tanks midscheeps getorpedeerd door de BRM van Jackie Oliver, waarop de Italiaanse bolide meteen in brand vloog.